Tilburg ligt in Noord-Brabant en telt ruim 200.000 inwoners. De stad is onderdeel van BrabantStad en heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld van een verzameling herdgangen tot een moderne stad. Pas in 1809 kreeg Tilburg stadsrechten van Lodewijk Napoleon.
De eerste bewoning in de regio Tilburg gaat terug tot 9000 jaar voor Christus. In de middeleeuwen groeide Tilburg langzaam uit tot een centrum van schapenteelt en wolproductie. Rond 1827 veranderde dit met de komst van stoommachines. De stad werd een belangrijk centrum voor de textielindustrie. Veel historische panden uit deze tijd zijn nog steeds zichtbaar in het stadsbeeld.
Koning Willem II voelde zich thuis in Tilburg en liet er een paleis bouwen. Dit gebouw werd later een school, waar ook Vincent van Gogh les kreeg. Belangrijke verbindingen, zoals de spoorlijn en het Wilhelminakanaal, versterkten de groei. In 1927 werd de voorloper van Tilburg University opgericht.
Na de Tweede Wereldoorlog begon een nieuwe bouwfase, met aanleg van de Cityring en uitbreiding naar de Reeshof. De teloorgang van de textielindustrie werd deels opgevangen door nieuwe bedrijvigheid. In de jaren 80 en 90 groeide de aandacht voor erfgoed en stedelijke vernieuwing.
De Spoorzone en Piushaven zijn inmiddels moderne stadsdelen geworden met ruimte voor wonen, werken en cultuur. Tilburg heeft een actieve universiteit, een bruisend centrum en een sterke identiteit als voormalige textielstad. De stad blijft zich ontwikkelen, met respect voor haar verleden én blik op de toekomst.
